Wie zijn wij

protestant. evangelisch. baptist.

Het allerbelangrijkste nieuws is de evangelieboodschap van Jezus Christus. Wij geloven dat alle mensen vergeving van zonden nodig hebben, omdat wij geboren zijn in vijandigheid tegen God en Zijn wet overtreden (gij zult niet liegen, niet stelen, niet begeren, enz.). "Want allen hebben gezondigd" schrijft Paulus in de Romeinenbrief (3:23) en de straf op zonde is "de eeuwige dood." (6:23) "God echter bewijst Zijn liefde voor ons, doordat toen wij nog zondaren waren Christus voor ons stierf." Dat is de evangelieboodschap - het goede nieuws: Jezus Christus is in onze plaats aan het kruis gestorven om de prijs voor onze zonden te betalen. "Een ieder die in Hem gelooft," schrijft Johannes, "zal niet verloren gaan maar eeuwig leven hebben." (Johannes 3:16)
Persoonlijk geloof in de persoonlijke God brengt vergeving van zonden, zekerheid van behoudenis en een hoopvolle erfenis in de hemel. Het mooiste dat God schenkt is de persoonlijke relatie met Hem. Door het offer van Jezus worden wij kinderen van God (Romeinen 8:16) en door Zijn Geest roepen wij "Abba Vader!"
Hoe begin je deze relatie? Je neemt zijn genadegave in geloof aan.

Als u met uw mond belijdt: Jezus is de Heer, en met uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, wordt u gered. Want geloven doen we met ons hart, en daardoor vinden we rechtvaardiging; belijden doen we met onze mond, en dat brengt ons redding. Er staat toch in de Schrift: Niemand die in hem gelooft, wordt teleurgesteld.
Iedereen die de naam van de Heer aanroept zal worden gered.

Romeinen 10:8-11 & 13

WAT ZIJN BAPTISTEN?

Kort gezegd zijn Baptisten Protestantse, Evangelische Christenen. Wij stemmen in met de vijf sola's van de Protestantse Reformatie en richten ons als Evangelische Gemeente minder op kerkelijke dogma's en tradities. Wij blijven echter Christenen die Jezus Christus als discipelen willen volgen.

Het baptisme is ontstaan in een tijd van onvrede met de Engelse staatskerk. Zij die zich toch losmaakten van de kerk werden "separatisten" genoemd. John Smyth en Thomas Helwys waren zulke separatisten en moesten noodgedwongen in 1607 uit Engeland vluchten, tezamen met de gemeente van Gainsborough. Ze vestigden zich in Leiden en deze "vluchtelingengemeente" onder leiding van Smyth en Helwys is waar het baptisme uit is voortgekomen. De principes die voortgroeiden uit hun "terug naar de Schrift" -theologie zijn kenmerken waar Baptisten vandaag nog steeds voor staan. Zij onderscheidden zich van het evangelisch mysticisme van de Quakers en legden de nadruk op de autoriteit van de Schrift (tegenover een 'innerlijk licht'). "De beroemde ‘Westminster Confession’, opgesteld in 1643-1646 door een commissie van voornamelijk Puriteinse Calvinisten (Puriteins wil zeggen dat zij streden voor een zuivering van de Kerk), was een belijdenis waar [presbyterianen, congregationalisten en de baptisten] elkaar grotendeels in konden terugvinden. (...) Uiteindelijk kwamen de General Baptists in 1678 met een nieuwe eigen belijdenis." (Henk Bakker, Een korte geschiedenis van het Baptisme).

Baptisten belijden al meer dan 400 jaar een simpele motto: "laat het mij in de Schrift zien" en hanteren een letterlijke en contextuele benadering tot de Bijbel. Talloze mensen hebben gestreden voor deze belijdenis en vaak op de brandstapel hun geloof bevestigd. Het is niet zomaar een naam, een groepje of een kerk. "Baptist" is een manier van denken en geloven.
Hieronder zetten wij zes kenmerken van een Baptistengemeente uiteen.

"Geloof is gehoorzaamheid aan het Woord van God, of dat nu bij leven is of tot in de dood"

Hanz Denk, een Baptist uit de 16e eeuw

ZES KENMERKEN VAN HET BAPTISME

1.   NIEUW TESTAMENTISCH AUTORITEIT

Baptisten belijden het Reformatorische Sola Scriptura en geloven in de Goddelijke inspiratie (2 Timoteüs. 3:16,‭2 Petrus 1:21) en de absolute onfeilbaarheid ‭ (Matteüs 5:18) en betrouwbaarheid (Johannes 17:17) van de Schrift. De Bijbel is ons énig gezag en leidraad voor het leven en het geloof. Als Nieuw Testamentische Christenen leven wij in navolging van de Redder die al is gekomen en het verlossingswerk heeft volbracht. Dit is een andere insteek dan het Oude Testament dat vooruit keek naar een Redder die komen zou en het volk zou verlossen. Zodoende is het Nieuwe Testament onze primaire autoriteit en wij interpreteren het Oude Testament door de lens van het Nieuwe Testament. Dat betekent dat wij een onderscheid maken in God’s plan met Israël en Zijn plan met de Gemeente.

2.   TWEE INSTELLINGEN

Baptisten geloven dat de Heer Jezus aan de Plaatselijke Gemeente twee symbolische instellingen heeft gegeven. Wij spreken van instellingen en niet van sacramenten, omdat wij niet geloven dat God nadert tot de mens in deze gewijde handelingen. Wij geloven juist dat wij in deze symbolische handelingen gehoorzaam naderen tot Hem.
1. De doop der gelovigen   is een symbolisch getuigenis van de dood, het graf en de opstanding van Jezus en een uiterlijk teken van de vereniging van de dopeling met Christus. De dopeling getuigt van Zijn eigen bekering en persoonlijk geloof in de Heer. De doop door onderdompeling is een uiterlijk symbolische handeling van de innerlijke realiteit en daarom een stap van gehoorzaamheid. Wij geloven niet dat de doop een teken is van het verbond zoals besnijdenis in het Oude Testament en wij dopen kinderen pas als zij in staat zijn een getuigenis te geven van zulk persoonlijk geloof.
Handelingen 2:41, 8:12; Handelingen 8:38; Romeinen 6:3+4; Mattheüs 28:19
2. De tafel des Heren   is een symbolische herdenking van Zijn lijden en sterven voor Zijn Gemeente. Jezus’ laatste woorden sporen ons aan om vooruit te kijken naar de dag die komt. Wij geven uitdrukking aan onze gemeenschap in Zijn dood en kijken hoopvol vooruit naar de dag dat Hij de beker nieuw met ons zal drinken.
1 Corinthiërs 10:16+17, 11:23-26; Matteüs 26:26-28
Klik hier voor een beschrijving van onze procedure voor doop en avondmaal.

3.   GEDOOPTE LIDMAATSCHAP

Baptisten geloven dat lidmaatschap beschreven wordt als een openlijke en wederzijdse erkenning dat God je aan een Plaatselijke Gemeente heeft toegevoegd.
Deze wederzijdse uiting (1) bemoedigt de gelovige, omdat je openbare aanvaarding vindt bij de Gemeente en weet tot welke kudde je hoort, (2) bevordert de eenheid, omdat wij weten dat God ons aan elkaar heeft gegeven, (3) verduidelijkt de rol van de voorganger, omdat hij weet dat jij behoort tot zijn kudde en zorg heeft en verantwoording afdraagt aan God voor jou en (4) versterkt jouw geloof, omdat je aan mede-gelovigen vraagt om jou te helpen, bemoedigen, versterken, corrigeren en op te bouwen in Christus.
Handelingen 2:41 geeft ons een hanteerbaar Bijbelse volgorde voor lidmaatschap: je komt tot geloof, laat je dopen en voegt je bij een plaatselijke Gemeente. De doop als openbare identificatie met Jezus gaat vanzelfsprekend vooraf aan een openbare erkenning dat God je toevoegt aan een plaatselijke Gemeente.
Als God je aan een plaatselijke Gemeente voegt, heb je natuurlijk ook een verlangen om naar de samenkomsten te komen, wil je je onderwerpen aan de leiderschap van de Gemeente en ben je in overeenstemming met de leer van de Gemeente. Waarom zou je anders toe willen treden?
Handelingen 2:41 & 47, 5:14 en 16:5; 1 Petrus 5:1-4; Hebreeën 10:25-27, ‭13:17
Klik hier voor een beschrijving van onze procedure voor lidmaatschap.

4.   INDIVIDUELE PRIESTERSCHAP

Baptisten geloven dat ieder Christen in de Gemeente de verantwoordelijkheid en taak van Priesterschap vervult. "Priesterschap" is Bijbels gezien het bemiddelen van de relatie met God. "Individueel" benadrukt de verantwoordelijkheid van de gelovige om de relatie met Jezus zelf te onderhouden. Er is maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus (1 Timoteüs 2:5) en daarom hebben wij direct toegang tot God de Vader. (Hebreeën 10:21-22) Wij moeten ook opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen (10:24). Zo "priesteren" wij ook voor elkaar door voor elkaar te bidden, elkaar te ondersteunen en bemoedigen en in het geloof te corrigeren en op te bouwen. Ieder lid heeft een rol in onderwijs, delen van het geloof, evangelisatie, sociale betrokkenheid, gebed en dienstbaarheid.
Efeze 3:14-19, 4:25, 5:17-19; Kolossenzen 3:13-15

5.   DE GEMEENTE BESTUURT DE GEMEENTE

Baptisten geloven dat de Gemeente een verbond van mondige gelovigen is die in gelijkwaardigheid met elkaar de Gemeente leiden. "Het priesterschap van alle gelovigen is bij baptisten een principieel uitgangspunt én ideale gemeentepraktijk." (Henk Bakker)" Baptistengemeenten spreken meestal niet van onafhankelijkheid maar autonomie - vrij van externe bestuursvormen. Er is in het Baptisme geen mens die aangesteld is als absoluut leider, geen synodaal kerkverband en geen landelijk of wereldwijd algemeen bestuur. Het goedkeuren van financiële plannen, het vaststellen van visie en het aanstellen van oudsten en diakenen (intern bestuur) wordt door de plaatselijke Gemeentevergadering besloten.
Op basis van het Nieuwe Testament geloven Baptisten dat Gemeenten niet geïsoleerd van elkaar zouden moeten leven en op regionaal, nationaal en internationaal niveau wordt er vaak samenwerking gezocht voor ondersteuning en onderlinge gemeenschap.
De Bijbel spreekt van twee soorten Gemeenteleiders die door God worden aangewezen en door de Gemeente erkend en aangesteld:
1. Oudsten   zijn Bijbels gezien mannen die door de Gemeente worden erkend als door God aangesteld voor de herderlijke taak in de Gemeente. Een oudste (ook wel "herder" of "voorganger" genoemd) heeft geen machtspositie in de Gemeente. Er is geen hiërarchie, maar een verschil in verantwoordelijkheden: de oudste draagt zorg voor het Geestelijke welzijn van de kudde en bewaart het onderwijs in de Gemeente. De Bijbel draagt de Gemeente ook op om de leiding van deze leider te volgen (Hebreeën 13:7 & 17; zie hier een afbeelding)
2. Diakenen   zijn Bijbels gezien mannen die door de Gemeente worden aangewezen voor specifieke praktische dienstbaarheid. Een heel reëel voorbeeld staat in Handelingen 6:1-6.

6.   SEPARATISME

Baptisten geloven in een (strikte) scheiding van kerk en staat. Godsdienstvrijheid voor iedereen is dan altijd een belangrijk uitgangspunt van Baptisten geweest. Als je in verschillende Baptistengemeenten bezoekt zul je merken dat verschillen in vormgeving en praktijk juist worden aangemoedigd.


WAT WIJ GELOVEN.

Als Evangelisch Gemeente zijn wij het eens de vijf fundamenten van het Christelijk geloof zoals verwoord in de Niagara Bijbelconferentie in 1878. Wij bevestigen (1) de onfeilbaarheid van de Bijbel, (2) de maagdelijke geboorte en goddelijkheid van Jezus, (3) de leer van de verzoening door het plaatsvervangend lijden van Jezus dankzij de genade van God en menselijk geloof, (4) de lichamelijke opstanding van Jezus uit de dood en (5) de echtheid van de wederkomst van Jezus Christus. Voor een uiteenzetting van onze geloofsbelijdenis verwijzen wij u graag naar onze Geloofsbelijdenis.
Het lijkt ons zinvoller om hieronder een paar punten aan te stippen waarin wij verschillen van andere Evangelische Gemeenten.


Eenvoudige, letterlijke interpretatie van de Schrift

Wij geloven dat God wil dat wij de Bijbel kunnen begrijpen zoals God het heeft bedoeld. Feitelijk is dit een Joodse benadering en hermeneutiek en de manier waarop Jezus de Bijbel benaderde*. De Bijbel is geschreven met woorden die een letterlijke betekenis hebben, die God wilde dat wij objectief zouden kunnen verstaan. Met "letterlijk" bedoelen wij dan ook een "eenvoudige" interpretatie: tenzij de Schrift dat aangeeft zoeken wij niet naar figuurlijke of diepere betekenis van de woorden.
De Bijbel is met uitzondering van Lukas geschreven door Joodse mannen en daarom leggen wij de Schrift uit met het oog op de cultuur, achtergrond en historische gebruiken van het Jodendom.
2 Timoteüs 2:15, 3:16

* Jezus interpreteerde de Bijbel letterlijk, maar citeert niet altijd letterlijk. Wanneer Hij in Johannes 4 teksten uit Deuteronomium aanhaalt (8:3, 6:13 en 6:16), past Hij de tekst toe op de situatie waarin Hij verkeert en ontwapent de verleidingen van Satan. In Matteüs 22:32 beargumenteert Jezus zelfs dat de tegenwoordige tijd van het werkwoord in Exodus 3:6 kracht draagt. Jezus geloofde in een letterlijke interpretatie van Genesis
(Matteüs 13:35, 24:38-39, 25:34; Lukas 17:26-27; Markus 10:6), van Jona (Matteüs 12:39-41), van het verslag van Sodom en Gomorra (Matteüs 10:15) en van Lot en zijn vrouw (Lukas 17:28-29). Hij onderstreept de inspiratie
(Matteüs 22:43,44), onfeilbaarheid (Johannes 10:35) en autoriteit (Matteüs 4:4-10) van de Schrift en beweert dat elk woord van belang is (Lukas 16:17).


Evangelisch, maar niet Charismatisch.

Wij geloven dat een grondige studie van Handelingen in combinatie met 1 Korintiërs 12-14 en andere gedeelten over de gaven van de Geest duidelijk aantoont dat er tijdelijke gaven waren voor de eerste generatie Christenen, die het werk van God openbaarden en bevestigden. "Altijd waren de genadegaven een bevestiging van Gods boodschap en boodschapper, zodat de mensen zouden horen en geloven. Als de boodschap eenmaal bevestigd was, verdwenen de tekenen." (citaat)
Apostelschap is nogal vanzelfsprekend beperkt tot die eerste generatie en gezien de combinatie van apostelen en profeten als het fundament van de Gemeente is ook de gave van profetie van voorbijgaande aard. Wij geloven dat de gave van Spreken in Tongen en interpretatie, de gave van Profetie, de gave van Kennis (niet onderscheid), genezingen of krachten (we geloven dat God geneest, maar niet door een zgn. gebedsgenezer) behoorden tot de tijd van de Apostelen en Profeten – toen de Gemeente nog jong en in wording was. Die tijd is voorbij.
Waar staat dat beschreven? 1 Korintiërs 13:8-13 beschrijft deze "gaven van openbaring" als "onvolkomen" (vers 9) en legt uit dat deze zullen "afgedaan hebben" en "verstommen" (vers 8) als het "volmaakte komt" (vers 10). De volmaakte openbaring kwam in de vorm van het Geschreven Woord van God (2 Timoteüs 3:15) dat alle andere onvolmaakte vormen van openbaring heeft vervangen. Paulus noemt die gaven zelfs "kinderlijk" (vers 11) en gebruikt het beeld van een spiegel dat Jakobus ook gebruikt voor het Woord van God (Jakobus 1:23-25). Wij spreken vandaag niet in tongen, profeteren niet en gaan niet op zoek naar speciale kennis, want de Bijbel geeft ons alle openbaring van God die wij nodig hebben. "Het laatste boek van het Nieuwe Testament (Openbaring) werd pas aan het einde van de eerste eeuw voltooid. Dus voorzag de Heer in begenadigde mannen die profeten genoemd werden en boodschappen van God verkondigden totdat de canon van de Schrift compleet was." (citaat)
Verder verwerpen wij allerlei niet in de Bijbel genoemde Charismatische uitwassen zoals "vallen in de Geest", "lachen in de Geest", de "Toronto Blessing", enz. Hiermee beperken wij God niet, maar erkennen we dat almachtig God, die alles kan, Zichzelf beperkt door Zijn doel met deze gaven.
Handelingen 2, 10, 11 en 19; 1 Korintiërs 12-14; 1 Korintiërs 1:22; Efeze 2:20; 1 Korintiërs 13:8


Leven in verwachting van de Maranathaboodschap.

Wij geloven in de terugkomst van Jezus Christus op de wolken om Zijn Gemeente op te nemen en een Tweede Advent van onze Heer wanneer Hij voet op de Olijfberg zet en als Koning op aarde zal regeren. Als de bruid van Christus (Efeze 5:22-32) ziet de Gemeente uit naar de letterlijke terugkomst van onze bruidegom, zoals Jezus Zijn discipelen ook nagelaten heeft (Mat. 28). Qua eschatologische interpretatie passen (1) het heengaan om een woning te bouwen in het huis van Zijn Vader, (2) de wederkering van de bruidegom om Zijn bruid te halen (Zijn komst in de wolken), (3) de bruid die haar bruidegom tegemoet gaat (de opname van de Gemeente), (4) een zevenjarige verdrukking, (5) het bruiloftsfeest van het Lam, (6) het presenteren van de bruid aan het einde het bruiloftsfeest en de wederkomst van de bruidegom allemaal heel netjes in de Joodse gebruiken rondom verloving, trouwen en het bruiloftsfeest (bruiloftsweek). Omdat Jezus juist dit plaatje achterlaat voor Zijn Joodse discipelen, koesteren zij de verwachting dat zij als bruid zijn achtergelaten en wachten op Jezus die letterlijk een woning aan het voorbereiden is en terugkomt om hen te halen en mee te nemen naar dat Vaderhuis. Dit is de uitleg die volgt op een grammaticale, historische, culturele en letterlijke interpretatie van de Schrift.**
Johannes 14:1-6; Matteüs 25:1-13; 1 Tessalonicenzen 4:13–18; 1 Korintiërs 15:50–54

** De theologische begrippen die dit verwoorden zijn "pre-tribulational rapture" en "pre-millennial return".


De Gemeente vervangt Israel niet.

Wij geloven dat in het Oude Testament onvervulde beloften aan Israël staan die het volk hoopvolle verwachtingen aanreikt. Wij geloven dat deze beloften niet passen in of bij het framewerk van de Gemeente, die pas in Handelingen werd geboren. In de kerkgeschiedenis is de verwachting van een letterlijk duizend-jarig koninkrijk, dat beloofd is aan de Joden nadat de tijd van de heidenen vervuld is, een goed-gefundeerd theologisch begrip. Zo vroeg als de tweede eeuw na Christus werd er al over geschreven (zie: De Herder van Hermas). Met (vooral) de leer van Augustinius zijn alle beloften van het Oude Testament d.m.v. vergeestelijking naar het Nieuwe Testament getrokken en werd het Koninkrijk vervuld in de Gemeente. Dat heeft inmiddels het leven-in-verwachting van de wederkomst van Jezus, zoals de schrijvers van het Nieuwe Testament het ons opdragen te leven, behoorlijk verwaterd: “Het ‘leven in verwachting’ (de zogenaamde Maranathaboodschap) heeft plaatsgemaakt voor het ‘leven als koningskind’, voor de Koninkrijksverkondiging waarbij de nadruk ligt op het hier en nu bouwen aan koninkrijk van God.” (citaat)
Paulus noemt dit de tijd van de heidenen wij geloven dat Israël - als volk - Jezus als Messias niet zal aannemen, totdat de volheid van deze tijd is vervuld (Rom. 11:25). Joden en heidenen komen door God’s genade tot geloof en worden deel van de Gemeente, maar als volk zijn zij gedeeltelijk verhard (aldus Paulus).
Elke Bijbelse profetie aan Israel is letterlijk in vervulling gegaan - precies zoals God het had voorzegd. Die letterlijke vervulling vormt het verwachtingspatroon voor Bijbelse profetiën, die nog niet zijn vervuld. De betrouwbaarheid van God staat hier op het spel, want als God beloften die Hij gemaakt heeft met Israel mag vervullen met een ander, welke hoop heb ik dat Hij Zijn beloften met mij zal vervullen? God is betrouwbaar omdat Hij niet verandert.
Hoewel wij aspekten van de bedelingsleer zullen beamen, waarschuwen wij tegen de over-systematische kijk van het "hyper-dispensationalisme" dat grote delen van de Schrift negeert als "niet voor ons geschreven" en "niet op ons van toepassing".
Maleachi 3:6; Numeri 23:19; Openbaring 20:1-7; Romeinen 9-11; Daniel 9:24


Geen Bevrijdingspastoraat maar strijden tegen het Vlees.

Wij geloven dat de hedendaagse bevrijdingspastoraat - welk achter elke zonde een demoon zoekt - gebaseerd is op een verkeerde interpretatie van de Schrift. Volgens deze denkwijze is er een demoon van afgunst, van boosheid, van lust, van gierigheid en de lijst gaat door. Deze uitwerkingen lezen we o.a. in Galaten, maar de context duidt aan dat het gaat om de werken van het vlees. "Zo lijkt het er op dat al de zogenaamde demonen die eruit gedreven worden in het bevrijdingspastoraat niets anders zijn dan onze vleselijke lusten. Oftewel zonden die we doen doordat we een mens zijn die leeft in een gevallen schepping. We kunnen niet bevrijd worden van ons vlees." (citaat) Het gevaar dat hier schuilt is dat wij de verantwoordelijkheid voor onze eigen zonden niet meer erkennen, maar in de schoenen van demonen schuiven en dat de Christen het contact met demonische krachten niet mijdt (bijvoorbeeld: Handelingen 19:13-16; Judas 1:9). Onze strijd is inderdaad een geestelijke strijd en wij strijden tegen de demonische krachten die hun plannen willen doorvoeren in deze wereld (Efeze 6:10-18), maar onze focus moet op God Zijn en niet op demonen. (klik hier voor een behulpzaam artikel)
Romeinen 6; 7:18-19; Kolossenzen 1:13-14; 2 Korintiërs 11:3-4

e-mail: info@ebgboz.nl
adres: Pomonalaan 45 in Bergen op Zoom
telefoon: 06 11 70 86 69